De tuin van Suzanne
Suzannes tuin meet 30 m2 vóór en 40 m2 achter en ligt in een jaren ’90 woonwijk in Culemborg. Volgens eigen zeggen is 98% van haar tuin ‘groen’. Dit in tegenstelling tot vele andere tuinen in haar straat die, op z’n zachtst gezegd, nogal betegeld zijn. De gemeente wilde bij aanleg van deze wijk dat er parkeergelegenheid op het eigen terrein van de huizen zou zijn, vandaar. Parkeren kan niet op straat. Toen Suzanne met haar partner het huis 2,5 jaar geleden wilde kopen, wist ze één ding: ze wilde wél een groene tuin! De verharding is nu zodanig dat er nog wel een motor zou kunnen staan. Dat voldoet. Maar parkeren, dat doen ze verderop in de buurt, want ze hebben een deelauto. Daarvoor een stukje lopen vinden ze geen moeite. De oprit is met liefde opgegeven.
Toen ze op 1 november de sleutel kregen en anderen binnen het behang aan het afsteken waren, begon Suzanne direct aan de tuin, want dat kon nog nét. De enorm dikke tegels haalde ze er allemaal uit. Daaronder lag helaas alleen maar zand. Ze besloot om dat niet weg te halen, maar er twee bigbags compost over te verspreiden. Planten erin, en afwachten maar. Intussen is er echt al heel veel moois te vinden! Zoals biologische vroege (bloem)bollen: sneeuwklokje, boshyacint, blauw druifje, narcis, tulp, krokus en daslook. Biologische vroege vaste bloeiers zoals sleutelbloem, muurbloem en paarse dovenetel. Vergeet me nietjes, judaspenning, ereprijs, hondsdraf, akelei en kaukasische vergeet-me-niet vinden het er ook leuk... Suzanne: “Vanaf half mei kan ik het niet meer opsommen, dan barst echt alles los: vingerhoedskruid, slaapmutsje, korenbloem, 'gewone' margriet, juffertje in het groen, een aangewaaide drukbezochte wilde marjolein - bzzzz - en bieslook in bloei zijn mijn favorieten in het iets látere voorjaar”. In de kleine tuin is ook ruimte voor wat heesters en boompjes: een sierappel voor vroege bestuivers, amelanchier, viburnum tinus, een roze vroege viburnum, ribes sanguineum, en een haag van olijfwilg. Suzanne: “Als je die niet te vaak snoeit bloeit ie geweldig, en vroeg”.
Suzanne heeft veel éénjarigen in de tuin, die zich veelal ook zelf uitzaaien. Ze houdt het wel een beetje in de gaten en haalt plantjes weg daar waar ze niet naar haar zin staan, om op andere plekken de gaatjes weer op te vullen met iets leuks. Op sommige plekken staan ook potten met bloeiende blauwe druifjes, gewoon op de aarde. Dat geeft in het vroege voorjaar kleur. Als deze zijn uitgebloeid, dan komen er zomerbloeiende dahlia’s voor in de plaats. Een goeie tip!
Suzannes motivatie om aan de slag te zijn met biodiversiteit in haar tuin is meerledig:
- ter meerdere ere en glorie van moedertje natuur
- om zelf van te genieten, iedere dag opnieuw!
- om haar kinderen (5 en 7 jaar) liefde voor de natuur bij te brengen
- om bijen, vlinders, alle andere bezoekende insecten en dieren (zoals de kikker en pad en vele vogels: roodborstjes, vinken, groenlingen, musjes, winterkoninkje, kool- & pimpelmeesje) blij te maken
Het vijvertje in de voortuin en een drinkbak in de achtertuin zijn speciaal voor de dieren. Verder legt Suzanne oud snoeihout en stammetjes neer in semi-rommelige hoekjes en laat ze een klein stukje brandnetels staan voor vlinders. Hommels en wespen nestelden al in nisjes in de schuurmuur en tussen het hout. Liever dan prefab bijenhotels laat ze de natuur beslissen hoe en waar nestelplekjes ontstaan. Suzanne: “Ik leer er elk seizoen van! Ik ben zó blij met dit bordje in mijn voortuin! Nu kan ik passanten die denken 'wat een rommelige tuin' wijzen op het belang van biodiversiteit. Qua biodiversiteit durf ik te stellen dat we van (op een schaal van 0 tot 10) van 0 naar 9 zijn gegaan! Een inwonende egel zou mijn droom compleet maken, hij komt al geregeld op bezoek”